210: De rookgasthermostaat heeft een te hoge temperatuur gemeten en is geopend.
219: De veiligheidstemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die hoger is dan 105°C.
220: De contacten van de veiligheidstemperatuursensor zijn kortgesloten of de veiligheidstemperatuursensor heeft een
temperatuur gemeten die hoger is dan 120°C.
221:De contacten van de veiligheidstemperatuursensor zijn onderbroken.
224: Een toestelthermostaat (bijv. maximaal- of branderthermostaat) heeft een te hoge temperatuur gemeten en is geopend
276: De door de aanvoertemperatuursensor gemeten temperatuur is hoger dan 95°C.
277/ 285: De veiligheidstemperatuursensor heeft een temperatuur gemeten die hoger is dan 95°C.
318: De contacten van de rookgastemperatuursensor zijn onderbroken